Fase 2: Sociale fase of redzaamheidstaal


Typering/kenmerken

Het kind geeft meer en meer signalen dat het de tweede taal wil leren. Het kind zoekt contact met andere kinderen en accepteert de regels van de groep, zoals vinger opsteken, in de kring zitten,...

Het begint te reageren op eenvoudige aanwijzingen in het Nederlands. Het zal ook al standaarduitdrukkingen imiteren. Het kind begint te merken dat hij/zij het Nederlands nodig heeft om met de anderen te communiceren. Het moet kunnen vragen om dingen die het nodig heeft. In de eerste plaats is het dus nodig dat hij/zij voorwerpen en mensen kan benoemen. Het kind gebruikt redzaamheidstaal als het om aandacht wil vragen, zijn behoeften kenbaar kan maken en zijn bezittingen kan aanduiden. Uiteindelijk kan dit leiden tot eenvoudige beschrijvingen in concrete situaties. Hier in deze fase gaan we van passief woordenschat naar actief woordenschat.


Voorwaarden

In deze fase is het de bedoeling dat je de leerling echt gaat uitdagen om taal te gebruiken. Geef de leerling de kans zonder dat het zelfvertrouwen naar beneden gaat.

  • Zorg dat je taal uitlokt, door interactie te voorzien tussen de leerkracht en leerling maar ook tussen de leerlingen onderling.
  • Zorg voor een duidelijke vragende intonatie en een vragende blik. Hierdoor weet het kind dat er iets van hem/haar verwacht wordt.
  • Geef het kind tijd om te reageren.
  • Maak nieuwe taal ook zichtbaar en tastbaar door ze visueel te ondersteunen door prenten, gebaren, voorwerpen, aanwijzen,...
  • Spreek in korte, maar volledige zinnen, en praat rustig.
  • Leg de nadruk op kernwoorden. Dit kan door een verandering in toonhoogte, tempo, volume, herhaling,...

  • TPR-methode is een vaak voorkomende methode. Total Physical Response. Het leren van taal is verbonden aan een fysieke activiteit: het kind luistert eerst en voert dan een opdracht uit of doet iets met een voorwerp. Het bestaat uit 3 stappen:

1. De leerkracht verwoordt een opdracht en doet het voor.

2. De groep doet het na.

3. Een kind voert de opdracht alleen uit.


  • Kaats terug wanneer een leerling een fout maakt. Hiermee wordt bedoeld dat je het antwoord herhaalt in zijn juiste vorm.


Tips en tricks 

  • Luisterhoek op basis van de TPR-methode:

                1. De kinderen luisteren naar een beschrijving van een handeling of opdracht op een                                    band/pc/cd.De leerkracht voert de handeling uit met gebruik van gebaren, voorwerpen, ...

                2. Dan doen de leerlingen de handelingen samen met de leerkracht.

                3. Vervolgens voeren de leerlingen de opdracht zelfstandig uit.. 


  • Poppenkastspel: 

                * Hierbij gaan de leerlingen samen in groepjes een poppenspel naspelen en nazeggen. Dit is eenvoudiger en ook veiliger dan het zelf verzinnen.


  • Het gebruik van thema's waarmee ze al  vertrouwd zijn is een must. Taalspelletjes zijn ook heel tof en simpel. 
  • Je kan je leerling met taal laten kennismaken op een speelse manier. Zo onthouden ze taal ook beter en vaak ontstaat er ook zo interactie.
  • Je kan post-its gebruiken om daarop woorden te schrijven en die dan op voorwerpen te kleven.
  • Zorg voor teamwerk. Dit zorgt voor eigen "rust" maar interactie is hier van belang. Ook het sociale gegeven komt aan bod.

Bachelorproef Kelly Martens
Mogelijk gemaakt door Webnode
Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin